Mijn eerste baan: verwachtingen versus realiteit.
Ja hoor, daar was ik dan. De eerste dag voor de rest van mijn leven. Dit was het moment waarop ik in al die jaren studeren had gewacht. Ik voelde me als een nerveuze Queen B, klaar om ze eens even te laten zien hoe het moet! Want. Ja. Ik had dat sollicitatiegesprek genaild. Sterker nog. De organisatie had me uitgenodigd voor een gesprek nadat ze een LinkedIn post van mij hadden gezien. Ik heb zelf niet eens hoeven te solliciteren. En daar was ik dan. Kort voor mijn sollicitatiegesprek kreeg ik te horen dat ik mijn masterscriptie had gehaald, waardoor ik mijn master had binnengesleept. Vol enthousiasme, emoties en ongeloof, overtuigde ik de organisatie ervan dat ik een aantal vaardigheden beschikte welke ik nog moest ontwikkelen. De stress was het waard, want hallo! Ik was binnen. En daar was ik dan, twee jaar geleden. Klaar om impact te maken in de organisatie. Na een paar weken kwam de reality check en realiseerde ik me dat ik drie verwachtingen had die toch niet helemaal uitpakte als dat ik dacht.
1. Het werkleven is beter dan studeren.
De eerste weken dat ik 40 uur werkte, had ik het echt zwaar. Wauw, is dit nu het leven waar iedereen het over heeft? Hoe doen anderen dit? De maandagochtend begint om 08.30 uur, dan werk je tot stipt 17.00 uur, je komt thuis, eet je avond eten, gaat naar de sportschool (of niet), gaat douchen, kijkt wat televisie en gaat naar bed. De volgende werkdagen zien er ongeveer hetzelfde uit, behalve dat ik niet iedere dag sport. Dan op vrijdag was ik echt hyped voor het weekend. Helaas was ik wel uitgeput van de werkweek op vrijdag waardoor ik op tijd in bed lag. Nou, dan heb je de zaterdag: tijd om het huis te poetsen, de was te doen en boodschappen voor de week erop. Op zaterdagavond eindelijk tijd om te relaxen en leuke dingen te doen en op zondag dacht ik er alweer aan hoe de komende week eruit zou zien. Toen ik me realiseerde dat ik me op deze manier voelde, begon ik te twijfelen of dat ieder persoon zich op deze manier zou voelen over het werkleven. Bleek dat studeren toch niet zo erg te zijn als ik dacht.
2. Die theorieën zijn allemaal leuk, maar de praktijk is heel anders.
Dit was ongeveer het eerste dat ik te horen kreeg toen ik begon met werken. Het leek erop of dat collega’s het nodig vonden om me eraan te herinneren dat theorieën niet belangrijk zijn en de praktijk heel anders werkt. Dus, ik kon de theorieën achterlaten in de boeken waarin ik ze had gelezen. Mijn gedachten waren sceptisch. Wanneer ik deelnam in meetings waarbij een onderwerp werd besproken waar ik me in had verdiept, voelde ik me niet serieus genomen. Ik was zelf ontzettend overtuigd van mijn eigen kwaliteiten en capaciteiten, het leek erop dat mijn collega’s daar wel eens anders over dachten. Hoe ga je om met dit verschil?
3. Ik ga impact maken en de organisatie veranderen.
Oké, dit was een onrealistische verwachting. Maar, ja. Ik kom ervoor uit. Dit had ik echt in gedachten. Alsof ik een of ander superieur, jonge professional was die de organisatie zou veranderen. Nou, misschien als ik mijn eigen onderneming was gestart wel. Het zou een kleine kans hebben dat ik de organisatie zou veranderen als starter. Misschien omdat starters vaak niet serieus worden genomen en de klusjes mogen doen die eigenlijk niemand wil doen. Als starter moet je jezelf natuurlijk ook verscheidene vlakken ontwikkelen en communiceer je niet altijd even tactisch op bepaalde vlakken. En heel eerlijk, wij millennials denken ook wel dat we speciaal zijn en dat we de wereld kunnen veranderen.
Waarschijnlijk heb jij zelf nog veel meer verwachtingen die je op kan noemen die verschillen van de realiteit. De vraag is alleen: wat ga je eraan doen? Wat vind je belangrijk en hoe ga je ervoor zorgen dat je er blij mee bent?
Ik ben erg nieuwsgierig naar jouw ervaring. Tot de volgende blog!
Met liefde,